Heimelijke bevoegdheden (BOB-wetgeving)
In het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering zijn de Boeken 1 en 2 (Strafvordering in het algemeen en Het opsporingsonderzoek) in februari 2017 in formele consultatie gegeven. In de zomer van dit jaar heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie de adviezen van de ketenpartners op deze twee Boeken ontvangen.
Het tweede deel van deze cursus gaat over hoofdstuk 8 van het nieuwe Boek 2. In dit hoofdstuk wordt de bestaande regeling van de bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) geherstructureerd, gestroomlijnd en gemoderniseerd voorgesteld. Als opschrift voor dit hoofdstuk is gekozen voor de term “heimelijke bevoegdheden”. Het hoofdstuk omvat de bijzondere opsporingsbevoegdheden uit het huidige wetboek, met uitzondering van de bevoegdheden die zien op het vorderen van gegevens, die zijn overgenomen in hoofdstuk 7. Daarnaast wordt een aantal nieuwe bevoegdheden voorgesteld. Getracht is de toegankelijkheid van de regeling te verbeteren en de administratieve lasten die de opsporing ervaart bij het uitoefenen van deze bevoegdheden te verminderen.
Gedurende de cursus wordt een overzicht van de nieuwe regeling van de heimelijke bevoegdheden gegeven. Een groot verschil met de huidige BOB-regeling is dat de verschillende bevoegdheden slechts eenmaal zijn uitgeschreven in de wet in plaats van drie keer. Wel kunnen de bevoegdheden nog steeds worden uitgeoefend (1) in geval van verdenking van een bepaald misdrijf, (2) indien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden voortvloeit dat in georganiseerd verband misdrijven worden beraamd of gepleegd en (3) bij aanwijzingen van een terroristisch misdrijf.
Ter vermindering van de administratieve lasten zijn onder meer termijnen aangepast en is het “tappen op naam" opgenomen. De nieuw voorgestelde bevoegdheden, zoals het stelselmatig vastleggen van persoonsgegevens uit open bronnen en stelselmatige locatiebepaling komen ook aan de orde, evenals de wijzigingen in de bestaande bevoegdheden (denk hierbij aan infiltratie op één persoon en het betreden van een besloten plaats ter voorbereiding van een afluisteroperatie).
Tot slot worden ook de hoofdlijnen van de consultatieadviezen over de heimelijke bevoegdheden behandeld.
Docenten:
Mr. J.H.J. Verbaan, Mr. dr. J.S. Nan, Mr. R.J. Verbeek
Programma masterreeks:
Webinar 1: Bespreking van de Contourennota | mr. J.H.J. Verbaan | 09 november 2017
Webinar 2: De BOB-wetgeving | mr. R.J. Verbeek | 23 november 2017
Webinar 3: Beslissen en motiveren | mr. J.H.J. Verbaan | 07 december 2017
Webinar 4: Vorderen en vastleggen van gegevens | mr. J.H.J. Verbaan | 15 december 2017
Inschrijven voor de hele reeks? Klik hier.
Klik op een cursus om deze afzonderlijk te bestellen.
Datum | 23 november 2017 | Duur | 02:00 u |
Prijs | € 150,- ex. btw | Starttijd | 15:00 u |
Punten | 2 PO/PE | Eindtijd | 17:10 u (excl. presentiecontrole) |
![]() ![]() |
Pauze(s) | 16:00-16:10 |
Ronald Verbeek is wetgevingsjurist bij de sector straf- en sanctierecht van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In het kader van de Modernisering van Strafvordering houdt hij zich onder meer bezig met de onderwerpen beslag en de heimelijke bevoegdheden. Tevens maakt Verbeek deel uit van de Commissie modernisering opsporingsonderzoek in het digitale tijdperk onder voorzitterschap van professor Koops.
In zijn vorige functie als wetenschappelijk onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam verzorgde Verbeek onderwijs in het formele strafrecht in de Master- en Bachelorfase. Tevens heeft hij onderwijs gegeven aan de nationale politie in het kader van de Leergang Recherche. Onder leiding van professor De Doelder heeft Verbeek een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming en inwerkingtreding van de BOB-wetgeving van Curaçao, Sint Maarten en Aruba. Samen met professor Bleichrodt en mr. Verbaan bewerkt Verbeek sinds 2010 het bekende onderwijsboek “Het beslissingsmodel van 348/350”.