Het in 2014 door het ministerie van Veiligheid en Justitie aangevangen Modernisering Strafvordering begint gestaag concrete vormen aan te nemen. Een van de boeken (boek 8 tenuitvoerlegging) is door de wetgever al aangenomen en aantal boeken (1 (strafvordering in het algemeen) en 2 (het opsporingsonderzoek)) is al in consultatie gegaan.
Het omvangrijke wetgevingsprogramma moet leiden tot een wetboek dat uit 8 boeken bestaat en beter aansluit bij de moderne, digitale samenleving. De wetgeving moet bovendien toegankelijker worden voor de rechtspraktijk en de burger.
Na de consultatieronde worden de wetsvoorstellen aan de Tweede Kamer aangeboden. De Tweede Kamer heeft eerder al met de zogeheten Contourennota ingestemd. De Contourennota bevat een waarin een schets staat voor het nieuwe Wetboek van Strafvordering.
Het project dat in 2014 is begonnen, kent een brede opzet waarbij zowel gekeken wordt naar de inhoud als naar de effecten van de plannen voor de praktijk. Ook is er bewust voor gekozen de ervaring en deskundigheid vanuit de rechtspraktijk in een vroeg stadium te benutten. Het intensieve overleg met vertegenwoordigers uit de strafrechtspleging zoals officieren van justitie, rechters en advocaten heeft bijgedragen aan het formuleren van de huidige voorstellen en de kwaliteit daarvan verbeterd. Daarnaast wordt door verschillende wetenschappers intensief bijgedragen aan de vorming van het nieuwe wetboek; waar nodig wordt onder leiding van het WODC wetenschappelijk onderzoek verricht.
Docenten:
Mr. J.H.J. Verbaan, Mr. dr. J.S. Nan, Mr. R.J. Verbeek
Programma masterreeks:
Webinar 1: Bespreking van de Contourennota | mr. J.H.J. Verbaan | 09 november 2017
Webinar 2: De BOB-wetgeving | mr. R.J. Verbeek | 23 november 2017
Webinar 3: Beslissen en motiveren | mr. J.H.J. Verbaan | 07 december 2017
Webinar 4: Vorderen en vastleggen van gegevens | mr. J.H.J. Verbaan | 15 december 2017
Schrijf u hieronder in één keer in voor de hele masterreeks en u ontvangt 5% korting.
Klik op een cursus om deze afzonderlijk te bestellen.
Datum | 9 november 2017 | Duur | 00:30 u |
Prijs | € 600,- ex. btw | Starttijd | 00:00 u |
Punten | 8 PO/PE | Eindtijd | 00:00 u (excl. presentiecontrole) |
![]() ![]() |
Pauze(s) |
Mr. Joost Verbaan is verbonden aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam en is naast (wetenschappelijk) docent aan de universiteit en in het PAO onderwijs, directeur van het Erasmus Centre for Penal Studies (ECPS). Recente publicaties zijn onder andere het rapport De raadsman bij het verhoor (WODC) en Het beslissingsmodel van 348/350 Sv. Hij werkt daarnaast mee aan de herziening van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen en van Aruba.
Joost Nan is advocaat sinds 2003. In 2011 promoveerde hij op een strafrechtelijk proefschrift over het lex certa-beginsel. Hij heeft jarenlange doceerervaring, onder meer in het kader van de beroeps- en permanente opleiding binnen de advocatuur. Inmiddels is hij universitair hoofddocent straf(proces)recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en houdt hij er een cassatiepraktijk op na.
Ronald Verbeek is wetgevingsjurist bij de sector straf- en sanctierecht van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In het kader van de Modernisering van Strafvordering houdt hij zich onder meer bezig met de onderwerpen beslag en de heimelijke bevoegdheden. Tevens maakt Verbeek deel uit van de Commissie modernisering opsporingsonderzoek in het digitale tijdperk onder voorzitterschap van professor Koops.
In zijn vorige functie als wetenschappelijk onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam verzorgde Verbeek onderwijs in het formele strafrecht in de Master- en Bachelorfase. Tevens heeft hij onderwijs gegeven aan de nationale politie in het kader van de Leergang Recherche. Onder leiding van professor De Doelder heeft Verbeek een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming en inwerkingtreding van de BOB-wetgeving van Curaçao, Sint Maarten en Aruba. Samen met professor Bleichrodt en mr. Verbaan bewerkt Verbeek sinds 2010 het bekende onderwijsboek “Het beslissingsmodel van 348/350”.