Of zich de laatste jaren meer calamiteiten bij zorginstellingen voordoen dan eerdere jaren is niet met zekerheid te zeggen. In ieder geval krijgen dit soort gebeurtenissen altijd brede aandacht in de politiek en de media. De oorzaak wordt vaak gezocht in falend bestuur en falend toezicht op dat bestuur. Het past in een tijd waarin ook bestuurders en toezichthouders van scholen, spoorbedrijven, pensioenfondsen en woningbouwcorporaties het dikwijls (en vaak ook terecht) moeten ontgelden. Het kabinet streeft ernaar gelijktijdig in al deze sectoren regelgeving tot stand te brengen die de governance beter regelt en daarbij ‘sectoroverstijgende lessen’ te trekken.
In de zorg wil de regering de bestuurscultuur verbeteren door het indienen van een wetsvoorstel met als werktitel ‘Wet goed bestuur in de zorg’. Het voorstel werd eerst aangekondigd voor het najaar 2013 en vervolgens voor het voorjaar 2014. Het is de vraag of het kabinet dat gaat halen.
Volgens de contourenbrief, die inmiddels al weer zo een 9 maanden oud is, moeten aanbieders hun bestuurs- en toezichtstructuur maar ook hun medezeggenschapsstructuur zodanig inrichten, dat zij in staat zijn tot het verlenen van goede zorg. Dat is een resultaatsnorm, maar ook een open norm, die moet stimuleren tot zelf nadenken en actief optreden. Bij de nadere invulling zijn de kernwoorden ‘aanspreekbaarheid, afrekenbaarheid en verantwoordelijkheid.’ De overheid verwacht hier ook input van het veld
Welke veranderingen kunnen zorgaanbieders verwachten onder de nieuwe ‘Wet goed bestuur in de zorg’? Wat betekent eigenlijk goed bestuur in de zorg? Kiest het kabinet door het formuleren van een open resultaatsnorm de juiste benadering? Hoe moeten instellingen straks omgaan met zo een open norm? Hoe zal het wetsvoorstel aan (moeten) sluiten op het uitdijende pakket van kwaliteitswetgeving in de zorg en daarbuiten? Vragen als deze staan tijdens dit webinar centraal.
------------------------------------------------------------
Volgende data GZR Updates Talk: 8 sept; 27 okt.; 8 dec.
De reeks wordt afwisselend gegeven door:
prof. mr. Jaap Sijmons
Prof. mr. Willemien Kastelein
TvGR abonnees ontvangen 25% korting. Vermeld bij afronding van uw bestelling de volgende kortingscode: TvGR
Datum | 30 juni 2014 | Duur | 01:00 u |
Prijs | € 69,- ex. btw | Starttijd | 12:30 u |
Punten | 1 PO | Eindtijd | 13:30 u (excl. presentiecontrole) |
![]() |
Pauze(s) |
Prof. mr. Jaap Sijmons (1959) studeerde aan de Universiteit Utrecht Nederlands recht en filosofie. Hij is advocaat sedert 1988 en vanaf 1995 partner bij Nysingh advocaten-notarissen N.V. te Zwolle.
Jaap Sijmons is voorzitter van de Sectie Gezondheidszorg van Nysingh advocaten-notarissen N.V. en treedt met name op voor zorgaanbieders in geschillen met de overheid en haar bestuursorganen (VWS, NZa, IGZ e.a.) of met de zorgverzekeraars en adviseert o.a. over de inrichting van de zorg, concernvorming in de zorg, samenwerking tussen instellingen en fusies. Tevens treedt hij op voor koepelorganisaties in de zorg. Hij heeft ervaring met arbitrages (o.a. als arbiter).
In februari 2005 promoveerde Jaap Sijmons aan de Universiteit Utrecht op een wijsgerig proefschrift en in november 2006 aan de Rijksuniversiteit Groningen in de gezondheidswetenschappen (gezondheidsrecht).
Vanaf 1 januari 2007 is Jaap Sijmons naast zijn praktijk als advocaat verbonden als bijzonder hoogleraar gezondheidsrecht aan het Molengraaff Instituut van de Universiteit Utrecht.
Jaap Sijmons is lid van de Gezondheidsraad en raadsheerplaatsvervanger in het Gerechtshof Amsterdam. Hij is verder lid van het bestuur van de Vereniging voor Gezondheidsrecht en van de redactie van het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht.
Hij publiceerde over gezondheidsrechtelijke en andere juridische onderwerpen onder meer in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en het Nederlands Juristenblad. Voorts verschenen diverse annotaties van zijn hand in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, RZA en Gezondheidszorg Jurisprudentie. Hij trad in 2008 op als preadviseur voor de ‘Vereeniging Handelsrecht’ en in 2011 voor de Vereniging voor Gezondheidsrecht. Van zijn hand verschenen o.a. een Tekst & Commentaar op de WTZi (Kluwer). In 2013 was hij mede verantwoordelijk voor de Tweede evaluatie Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Den Haag: ZonMw 2013).